Ondersteuning jongvolwassenen met ASS

Hoe kan ik mezelf zijn als ik zo anders ben?

Zinnen als "Ik hoor er niet bij" of "Iedereen vindt me zo raar" of "Waarom ben ik zó en niet anders?" kunnen regelmatig gesteld worden door jongvolwassenen met een aandoening in het autistisch spectrum. 

 

Deze vragen kunnen vaak al een leven lang met iemand meegaan. Wie hierop geen antwoord vindt kan makkelijk somber worden en zich soms hopeloos voelen. 

 

Het is belangrijk voor iemand in dit spectrum om zichzelf te leren kennen en te leren omgaan met wat er is en niet is. Dit is vaak een hele opgave. 

 

In de begeleiding ligt de focus op:

- (h)erkennen van oorzaken van stress

- (h)erkennen van signalen van stress

- leren omgaan met prikkels

- creëren van structuur

- communiceren over wat er bij je leeft

- accepteren wie je bent

 

HOE KAN IK MEZELF ZIJN ALS IK ZO ANDERS BEN?

 

 

 

In de begeleiding is er veel aandacht voor vragen als

- 'Welke gedachten gaan er steeds weer door mijn hoofd?'

- 'Waar komen deze gedachten vandaan?'

- 'Hoe kan ik met deze gedachten omgaan?'

- 'Wat betekenen deze gedachten voor mij in contact met anderen?'

- 'Hebben anderen deze gedachten ook?'

 

- 'Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik geen last heb van mijn telkens terugkerende gedachten?'

- 'Is het erg dat ik telkens terugkerende gedachten heb?'

- 'Heb ik een oordeel over mijn eigen gedachten?'

- 'Hoe kan ik voorkomen dat ik een oordeel over mijn eigen gedachten heb?'

 

- 'Hoe anders ben ik dan anderen?'

- 'Is het erg om anders te zijn?'

- 'Zijn anderen ook anders?'

- 'Hoe anders zijn anderen?'

- 'Zijn anderen zichzelf?'